We wandelden (en fietsten) wat af de afgelopen weken, en dat allemaal in “mien Limburgs landj”.


Na de crematieplechtigheid voor mijn schoonmoeder liepen we een rondje rond de vijver bij kasteel Strijthagen (Landgraaf) alwaar dit vreemde voertuig tentoongesteld stond. Ik vond het de moeite waard om er een foto van te maken, wellicht was het iets voor Sjoerd’s virtuele garage? Ik las dat het park rondom het kasteel (dat in bezit is van een Russisch kunstenaarsechtpaar) een Artland is, een plek om kunst te tonen aan het publiek. En die (meer dan manshoge) hond zal dan wel de bewaker zijn …
We parkeerder de auto in Epen en liepen langs de Geulle naar Mechelen. Het was op een woensdag en druk dat het er was ……

In Mechelen hielden we halt voor lunch. Tegenover ons liepen paarden, veel paarden. Tussen ons en de paarden een drukke weg, maar die zie je zo niet, haha.

Ter afsluiting nog een koffie op het terras van de Gerardushoeve. Voor mij het terras met een van de allermooiste uitzichten van Limburg. Per toeval kwam ik er laatst achter dat deze hoeve vroeger ècht een hoeve was waar ik nota bene als 7-jarige op kamp ben geweest met de kabouters. Ik was toen een kabouter met ontzettende heimwee ….

Drie dagen later waren we wederom in het heuvelland, dit keer samen met middelste plus hond. We parkeerden de auto in Slenaken, liepen van daaruit een wandeling langs de Gulp, en sloten de dag af bij mijn favoriete restaurantje in België, Moeder de Gans. Zo lang de grenzen maar open zijn en blijven is het zó leuk om dicht bij landsgrenzen te wonen.

Op zondag fietsten we een rondje van thuis uit. Bestemming: theetje doen bij “boven water” in Schinveld.

Op de terugweg fietste ik eindelijk eens over de fietsbrug bij Onderbanken (tegenwoordig gemeente Beekdaelen) in plaats van er met de auto onderdoor te rijden. De brug is ontworpen door een ontwerpteam uit Delft, de drie kunstobjecten op de brug zijn van de hand van Marijke de Goey.

Vanmorgen vroeg was dit het uitzicht vanuit onze badkamer. Zicht op Jabeek. Ook mooi 🙂